Op de leeftijd dat er meer levensjaren achter mij lagen dan er redelijkerwijs nog in de toekomst verborgen liggen flakkerde mijn belangstelling voor geschiedenis op. De eigen stamboom Duivenvoorden was het eerste doel. De voorouders waren al snel in kaart gebracht via geboorte- en overlijdensdatums. De verrassende ontdekking dat tien generaties voor mij allemaal een deel van het inkomen met de schelpenvisserij moesten verdienen en je zelf de rugpijn van dat zware beroep nog gevoeld hebt in voorbije jaren legt een verbinding met Arij, Jan, Gerard en Gerrit en die andere “schulpers” uit de mannelijke lijn van de stamboom. Dat maakte ook dat ik meer wilde weten over wie deze mensen waren. Het leidde tot een boeiende zoektocht die al snel uitgebreid werd tot de totale dorpsgeschiedenis van Noordwijkerhout. Een geschiedenis die nog grotendeels opengelegd moet worden. Er valt veel te ontdekken voor wie de gewone man net zo belangrijk vindt als de zeeheld, meesterschilder of politicus die in bronzen vorm de pleinen van ons land opsieren.

Ik ben een liefhebber van geschiedenis, heb geen wetenschappelijke pretenties, maar dat neemt niet weg dat ik voldoende van onderzoeksmethoden weet om zin en onzin, fictie en feit van elkaar te kunnen onderscheiden.