Bijgewerkte versie.
Onder de Noordwijkerhouters die zwaar geleden hebben onder de strijd om de steden Haarlem en Leiden tijdens de 80-jarige oorlog horen zeker de bewoners van het Westeinde of Boerenkant. Er zijn weinig bronnen uit die tijd beschikbaar maar naast elkaar gelegd ontstaat een beeld. Dat beeld wordt bevestigd door een uniek verhaal, ons nagelaten door notaris Cornelis Dirkszoon van Alkemade. Maar we kennen Cornelis vooral van historisch onderzoek en de boeken die hij daarover schreef. Hij wordt tot de eerste historici van ons land gerekend. En, niet onbelangrijk, Cornelis had Noordwijkerhoutse wortels want hoewel zijn vader Dirk bakker was in het buurdorp woonden oudere generaties Alkemade op de boerderijlocaties Mariahoeve en Alkemade aan de Boerenkant.
We moeten echter hier de historicus Cornelis Alkemade eerst nog een kleine tik op de vingers geven want hij stelt in zijn verhaal dat zijn “overgrootvoorvader en deszelf huijsgezin wonende was alsdoen op de woninge gelegen tussen Noortwijk en Noortwijkerhout bij mij alsnog bezeeten wordende “. Cornelis was op het moment dat hij zijn verhaal schreef inderdaad (tot 1737) eigenaar van een woning aan het Westeinde maar dat betrof de boerderij Alkemade, terwijl zijn overgrootvader IJsbrant iets verder op de “Mariahoeve” woonde. Bij de eerste publicatie van dit Spanjaardenverhaal was dit niet duidelijk. Voor de strekking van de inhoud maakt het ook weinig verschil maar nu 300 later toch nog even deze correctie van historicus Cees voor ons aller nageslacht. (JD/januari 2021)
Na de dood van zijn vader op 30 januari 1696 heeft Cornelis verhalen over zijn voorouders tijdens het beleg van Leiden op papier gezet. Menigmaal had Dirk hierover verteld, duidelijk ontroerd door het lot van zijn voorvader IJsbrant van Alkemade en zijn gezin. Cornelis schrijft hierover:
“…Deze en meer andere voorvallen verhaalde mijnen vader met zoo veel bewegingen des gemoeds en verzugtingen, dat hij niet duijsterlijk te kennen gaf dat de naare gedagtenis van het sukkelende noodlot van zijne voorouderen hem ter herten ging…”
En zo’n verhaal raakt ook uw schrijver in het besef dat IJsbrant ook in zijn stamboom voorkomt.
Tijdens het beleg van Haarlem en Leiden in 1573 en 1574 trokken troepen van vriend en vijand door de Bollenstreek en teisterden de bevolking met roof, moord en brandstichting. Volgens het verhaal van Cornelis en vader Dirk waren de Van Alkemades al enkele keren door de Spanjaarden lastig gevallen en beroofd. IJsbrant besluit het waardevolle koperen en tinnen bezit van het gezin in een zak in een sloot achter de boerderij te verbergen. Het gezin stopt in die dagen haar etenswaren in een ton. De ton wordt begraven in het “saaijland” tegenover de boerderij.
Overdag houdt het gezin zich schuil achter de boerderij, op weilanden en in het duin. In de nacht gaan zij terug naar het huis “om te eeten en malkanderen te troosten, hun spijs weder op te pakken en (daarna weer) in de aarde te bedelven om dan een goed deel des lands met de ploeg of egge te effenen, op dat de Spanjaarden, die gewoon waren met hunne rapieren in de versgeroerde aarde te steken, de plaats van het geborgene niet soude vinden”.
In het huis spreiden zij oud huisraad en bedstro op de vloer zodat het voor rovers de indruk wekt dat anderen hen voor geweest waren. Terwijl het beleg van Leiden al in de laatste fase zit wordt het gezin in het huis toch nog onverwacht bezocht door een Spaanse ritmeester. Moeder Van Alkemade verbergt zich in de schoorsteen, IJsbrant en zijn zonen stutten de deur. Maar de ritmeester heeft zijn paard geleerd deuren in te trappen, het lukt de viervoeter echter niet. De Spanjaard schiet daarom uit kwaadheid met zijn karabijn door de deur en “doorschiet” daarbij een zoon van IJsbrant die zijn gewicht tegen de deur had gegooid.
Binnengedrongen dwingt hij een andere zoon mee te gaan als verzorger van zijn paard. De jongen weet op den duur het vertrouwen van de ritmeester te winnen en vlucht met het dier terug naar zijn ouders. De Spanjaarden geven in oktober 1574 het beleg van de stad Leiden op. De ritmeester ziet de familie nooit meer terug. Het paard wordt door IJsbrant verkocht, niet meer dan een kleine genoegdoening voor het leed van het gezin. Maar welke boer koopt nu een paard dat deuren intrapt?
Bijgewerkt verhaal januari 2021/JD