We kennen op de Langevelderweg allemaal de vervaarlijke, bijna haakse bocht. Het is daar oppassen geblazen en handjes aan het stuur. Maar heeft u zich net als uw schrijver wel eens afgevraagd waarom die bocht zo haaks is aangelegd? Misschien een vreemde vraag, vandaar een toelichting.
De belangrijkste doorgaande wegen in ons dorp zijn gevormd in de Middeleeuwen. De loop van de wegen werd grotendeels bepaald door de gesteldheid van het terrein. Zij zijn lang, licht kronkelend, met flauwe bochten. Enkele diagonale paden, ‘slimme weg” genoemd om af te kunnen steken. De oude Langevelderweg die leidde naar het kasteel Boekhorst en het Langeveld vormt met haar scherpe bocht een uitzondering. Op de oudste kaarten staat de bocht al ingetekend, pal achter de oeroude boerderij “t Ent” die ten noordoosten van het kasteel stond.
De naam ’t Ent doet vermoeden dat de weg ooit bij deze boerderij ophield en pas doorgetrokken werd richting het duin toen daar een flink buurtschap rond de bekende kapel in het Langeveld ontstond. Om dat dorpje te kunnen bereiken had de weg met een flauwe bocht langs kasteel Boekhorst af kunnen buigen richting het duin maar zou dan op een natuurlijke barrière stuiten, gevormd door de Boekhorster Wraa, het jachtterrein van het kasteel. We vinden daar nu het landgoed Sancta Maria. Het kasteel met het naastgelegen gebied vormde de aparte heerlijkheid van de Hooge Boekhorst met eigen bestuur. De keuze voor een haakse bocht direct achter boerderij ’t Ent diende mogelijk het belang van de kasteelbewoners, die liever geen vreemden door hun heerlijkheid en jachtveld zagen banjeren. In dit gebied komen we overigens vier heerlijkheden tegen. Naast de ambachtsheerlijkheden Noordwijk en Noordwijkerhout zijn dat de heerlijkheden de Hooge Boekhorst en het Langeveld. De loop van de Langevelderweg is dus mogelijk mede bepaald door de onderlinge begrenzing van de heerlijkheden.
Oudste gegevens rond bewoners van boerderij ‘t Ent betreffen Pouwel Claeszoon, die circa dertig jaar schout van Noordwijkerhout is geweest. Die functie werd lange tijd toegekend aan leden van adellijke geslachten, zoals de familie Boekhorst. Pouwel zal dus enige status genoten hebben om tot schout benoemd te kunnen worden. Hij werd in de tweede helft 15e eeuw geboren en was vanaf circa 1520 als schout actief. Leuk detail is dat schout Pouwel Claeszoon in de stamboom van vele Noordwijkerhouters voorkomt. Met name via zijn nazaten van de familie Swil of Zwil. Zij vermengden zich met menig bekende boerenfamilie uit ons dorp.
De laatste generatie Swil is tot 1759 eigenaar gebleven van het Ent. Koper van de boerderij dat jaar is scheepmaker Huig Kruijt uit Katwijk die dit boerenbezit slechts twintig jaar aanhoudt. De boerderij met 33 morgen (28 hectare) weiland komt in handen van Willem Steenvoorde, die hiervoor 6.000 gulden neertelt. De naam Steenvoorde blijft zeer lang aan de boerderij verbonden maar vanaf de tijd dat Neeltje Steenvoorde met Willem Hoogeveen trouwt en de boerderij van haar vader Huibert overneemt kennen wij het gebouw als boerderij Hoogeveen.
Het bezit waaronder nog altijd 25 hectare weiland is inmiddels flink in waarde gestegen, met name door herbouw in 1852. Van het vernieuwde gebouw zijn foto’s bewaard gebleven. Maar de vorm van de originele boerderij is nog te zien op een oude kadasterkaart. In de 20e eeuw volgt voor de weilanden van de boerderij de voor onze streek zo kenmerkende omschakeling naar de bollenteelt. Rond 1970 besluit de familie Hoogeveen haar bezit deels van de hand te doen. De boerderij maakt plaats voor een woning op dezelfde locatie. Met uitzicht op de historische bocht. Dus gas terug daar anders komt u voortijdig aan uw Ent.