Ruim honderdtwintig jaar geleden beschrijft een wandelaar in een Leidse krant een tocht door Noordwijkerhout. Het was hem opgevallen dat het kleine dorp zoveel horeca kende. Vanaf station Piet Gijs zeven locaties inclusief zijn eindbestemming, het Rechthuis bij de Witte Kerk. We zullen zijn tocht overdoen en de cafés uit de late 19e eeuw bezoeken. Daarbij ter inspiratie een denkbeeldig biertje drinkend. Noordwijkerhout groeide in die periode snel maar telde in 1900 nog altijd maar 2085 inwoners. Niet bepaald een aantal dat zoveel concurrentie lijkt te rechtvaardigen. Mogelijk is de opbloei van cultuur en verenigingsleven een verklaring. Er wordt driftig vergaderd, van landarbeiders en tuinderscollectieven tot geitenhouders.
Onze wandelaar stapte uit op station Piet Gijs. Dat dankt haar naam aan Pieter Gijsbertszoon van der Mij die hier in 1668 een woning bouwde op een klein perceel grond. De locatie was lang in gebruik als koffiehuis onder de naam Vaart- en Spoorzicht, maar in de volksmond wordt het nog altijd Piet Gijs genoemd. Richting het dorp lopen we aan de Vlashoven het gelijknamige café binnen. Vaak omschreven als “het café van de weduwe Heemskerk”. Wilhelmina was weduwe van Jan van der Slot. Zijn vader Gerrit kocht het pand aan in 1857. Het was dat jaar een winkel met koffiehuis, opgezet door Mathijs Walkers. Die moet een vooruitziende blik gehad hebben want aan de Vlashoven ontstond na 1860 een buurtschap bij de toen pas gebouwde Victorkerk.
Na een lange wandeling over de Kerkstraat komen we aan op de kruising bij de Havenstraat. De uit Münster afkomstige Johannes Hermanus Geerlings kocht in 1843 de boerderij op het Kerkeland, dicht bij de Schippersvaart. Zoon Hendrik teelde hier bollen als één van de eersten in het dorp en zijn broer Piet opende aan de rand van dit Kerkeland een café. Het denkbeeldig bier begint te werken en we zijn nog niet eens in het dorpscentrum.
We stomen op naar de Steeg waar Harry nu elke dag Feest viert. Het café op dit kruispunt van winkelstraten is erg klein, daarom wordt de omzet via feesten in de openbare ruimte van de Steeg aangevuld. Vreemd want andere organisatoren en verenigingen worden voor dergelijke feesten verwezen naar de Schelft. Alcohol op straat werkt intimiderend op de winkelende medemens. Een eeuw geleden kon je op de Steeg terecht bij Pieter Heemskerk in zijn koffiehuis de Concurrent. En ook dat was niet de eerste horeca op deze locatie want eind 17e eeuw werd in De Prins al drank geschonken. Met als verrassende kroegeigenaar de familie Trigland, landelijk bekende predikanten en kerkgeleerden.
De Dorpsstraat overstekend komen we bij café Brama, ook bekend als De Zwaan, maar begonnen als Het Zwaantje. Piet Brama kocht het gebouw in gedeelten vanaf 1871. Hij was niet de eerste kastelein binnen zijn familie want vader Arie was al in 1822 tapper. Zijn inkomen verdiende hij op ons volgende bezoekadres, het Wapen van Noordwijkerhout. Onze Leidse wandelaar heeft mogelijk Pieter Warmerdam nog begroet, eigenaar van dit “koffiehuis met vergunning tot verkoop van sterke drank in het klein”. Na een brand in 1898 ontstond het pand dat we nu kennen.
Zes koffiehuizen of kroegen afgewerkt, nog één te gaan. Voor die laatste strijken we neer in de tuin van de Gouden Leeuw, beter bekend als het Rechthuis. Vanaf 1600 lange tijd de dominante dorpsherberg. Het laatste deel van de eens zo grote tuin voor de herberg werd kort geleden opgeofferd om “de Bouwmeester” direct grenzend aan de Dorpsringweg te kunnen bouwen. Gecombineerd met de komst van terrassen werd het daarmee erg benauwd voor het oude kerkje, maar gelukkig stond er nog een muurtje…..