Het Nationaal Archief besteedt regelmatig aandacht aan bijzondere documenten uit onze vaderlandse geschiedenis. Zoals de Unie van Utrecht uit 1579 en de Acte van Verlatinghe van twee jaar later. Documenten waarin afstand genomen werd van de Spaanse koning omdat een vorst zijn volk hoort te dienen en niet andersom. Zij getuigen van prachtige idealen en principes zoals de geloofsvrijheid. Principes die bekend klinken want in de visie op de samenleving verschilde men 450 jaar geleden weinig van de moderne mens. Maar de in fraaie volzinnen verpakte idealen sneuvelden allemaal in de weerbarstige realiteit van die tijd.
Een ander bekend document is de Tiende Penning en wellicht doet deze extra belastingheffing uit midden 16e eeuw een belletje rinkelen. In de geschiedenisles wordt immers traditioneel veel aandacht besteed aan de 80-jarige oorlog. Het heffen van de Tiende Penning droeg bij aan de opstand tegen de Spaanse koning. Als aanjager, niet als oorzaak. Vanaf 1542 wordt de bevolking met tussenpozen een extra aanslag van tien procent belasting opgelegd. Van een viertal jaren zijn de details van de heffing in Noordwijkerhout bewaard gebleven. En wie van puzzelen houdt kan veel informatie uit de droge opsommingen halen.
Zo leren we dat de grens met Noordwijk onduidelijk was omdat men geen rechte grenslijnen trok maar de vorm van landerijen volgde. Er werd onderscheid gemaakt in grondsoorten. De geestlanden op de oude binnenduinen en de veengronden waren minder waard dan weilanden die eeuwen eerder in cultuur waren gebracht. De percelen en woningen zijn per polder beschreven, hoewel dat begrip toen een andere inhoud had. Van de heffing op een woning kan je afleiden of het om een “huiske” ging of om een kapitale boerderij.
Het overgrote deel van de grond was in die tijd eigendom van adellijke families en rijke burgerij. Die werden overigens regelmatig vrijgesteld van heffingen. De Haarlemse familie Van der Laen bezat de meeste grond en was eigenaar van bekende boerderijen zoals het Huis Ter Lugt en Erffoort. Ook de Kerk is rijk aan landbouwgrond, maar haar bezit betrof vooral kleine percelen laagwaardig geestland. Waarschijnlijk giften van trouwe maar arme gelovigen. Van de veengronden ten oosten van de Maandagse Wetering is een opvallend groot deel eigendom van boeren. In dit veen was eerder turf gewonnen. De boeren die veenlanden “toemaken” (verbeteren) krijgen een hogere aanslag. Hun land was immers meer waard geworden volgens de dorpsbestuurders. Zij taxeerden in 1561 met de huurwaarde als uitgangspunt. Zij stelden die waarde zelf vast tenzij de belastingplichtige kon aantonen welke huur werkelijk betaald werd. Dat kon per eed of door een huurcontract te tonen.
De Tiende Penning is ook waardevol voor wie op zoek is naar verre voorouders. Zoals Pieter Dirkszoon van de later Eijckendonk gedoopte boerderij aan de ’s-Gravendam. Prominent voorvader in plaatselijke stambomen. Pieter heeft ongetwijfeld gemopperd over de Tiende Penning want hij betaalde al zoveel belasting over zijn bezit. Wat men meten of tellen kon werd belast. Zoals honden, vee, bier, wijn, turf, zout of het aantal schoorstenen op je huis. Inkomsten kon men immers niet vaststellen of controleren.
Ondanks sofinummers, bankrekeningen en burgeradministratie lijken we meer en meer terug te gaan naar die tijd. Geen eerlijke verdeling van belasting over alle inwoners met een inkomen, maar over bezit. Eigenarenheffing heet dat. Lekker makkelijk, met één druk op de knop haal je alle belasting binnen. Hoef je ook geen “koppies” achter een voordeur meer te tellen en omzeil je het probleem van meeprofiterende inwoners die de computer niet kent. Pieter Dirkszoon zou verbaasd het hoofd schudden: “Waarom komen jullie niet in opstand zoals wij deden?” Tja.