Je bekijkt nu Vredebest
Vredebest in de Noordzijder polder bewerkte kadasterkaart Jan Duivenvoorden

Vredebest

Vredebest in 1924, boer Leeflang op de hooiwagen

Het Westeinde behoort tot de oudst bewoonde gebieden in Noordwijkerhout. De licht kronkelende weg stond eerder bekend als Buurweg maar in de volksmond wordt zij nog altijd “Boerenkant” genoemd vanwege de vele boerderijen van middeleeuwse oorsprong. Niet elke gebouw kent een boeiend verleden maar aan boerderij Vredebest is een karakteristiek stuk dorpsgeschiedenis verbonden. Op kaarten van het klooster Leeuwenhorst uit 1625 komen we haar tegen als één van drie bij elkaar staande woningen met daarachter de gronden van het gebied “de Sack”. Daar stonden ook twee andere bekende boerderijen, de Klijne en de Groote Sack. Omdat de boerderijen dicht bij elkaar staan zijn gegevens uit de periode voor 1600 lastig aan één van de gebouwen te koppelen, maar als bewoond gebied wordt de Sack al begin 15e eeuw genoemd. Twee eeuwen later komt het onroerend goed in dit gedeelte van de Buurweg grotendeels in handen van welgestelde families. Pieter Tedingh van Berkhout krijgt van zijn vader twee woningen aan de Buurweg geschonken en start daar in 1669 de bouw van buitenplaats Vijverbeek of Hofwijk, fraai beschreven in het boek Dijckenburg van de historici Bultink en Den Hartog. Helaas halen zij de boerderijen in dit gebied door elkaar en stellen ten onrechte dat Pieter Tedingh ook eigenaar was van boerderij de Klijne Sack (nu Van Ruiten). Echter, de boerderij van Pieter betreft Vredebest en stond pal naast zijn buitenplaats. Haar naam krijgt dit gebouw pas in de 19e eeuw maar voor die tijd kunnen we het in archieven onderscheiden door de landerijen die aan de boerderij verbonden waren, totaal 41 hectare. Buitenplaats Vijverbeek of Hofwijk is door Pieter verkocht en door latere eigenaren nog uitgebreid gerenoveerd in 1735. Niettemin valt tien jaar later de slopershamer. De boerderij ernaast blijft echter tot 1758 eigendom van de erven Tedingh van Berkhout.

Ongetwijfeld is de boerderij wel eens gerenoveerd, maar overgebleven foto’s laten ons nog altijd een gebouw zien dat te vergelijken valt met boerderij de Witte Raaf, die uit de eerste helft van de 16e eeuw dateert. Pieters erfgename, Jacoba Tedingh van Berkhout verkoopt haar boerderij aan Leendert en Wijntje Groenendijk-Verdel, een echtpaar dat eerder nog pachter van Dijckenburg was. Hun zoon Jan die Marijtje van Nobelen trouwde zal de boerderij van zijn ouders overnemen. Het kinderloze echtpaar laat vier dagen na de begrafenis van vader Groenendijk een testament opmaken, onwetend dat Jan een maand later zelf zal overlijden, in november 1776. Vier legaten voor de directe naasten en een schenking aan de Roomse kerk laten zien dat de familie Groenendijk niet onbemiddeld was. Overigens taxeert het dorpsbestuur de boerderij met de vele hectaren weiland voor de erfbelasting op niet meer dan 1750 gulden. De prijzen voor onroerend goed waren al tijdenlang bijzonder laag, de Groenendijken kochten twintig jaar eerder voor 1900 gulden. Toch was een nieuwe echtgenoot voor een weduwe met zo’n groot boerenbezit snel gevonden. Binnen een jaar trouwt Marijtje met Cornelis Oostdam, geboren op Schimmelpennick aan de Schippersvaart. De Oostdammen zullen tot 1913 eigenaar blijven, waarna de boerderij in handen komt van de familie Gevers, die Cornelis Leeflang als pachter aanstelt. Na het faillissement van Leeflang door aanhoudende tegenslag dreigt in 1932 sloop van Vredebest. Mede door bemiddeling van de vereniging Heemschut kan het gebouw behouden blijven. Hein Hogervorst komt op de boerderij te wonen en vormt het om tot bollenbedrijf. Met haar naam is het lot van Vredebest cynisch te noemen want in 1942 stort een bommenwerper van de RAF er op neer. De oude boerderij brandt geheel af, twee kinderen komen hierbij om het leven. De gebeurtenis dreunt nog lang na in het dorp. 

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.