Met de veelbesproken verbinding tussen Herenweg en het Bavoterrein kwam een weggetje terug dat vanaf de Herenweg over de Boekhorsterberg naar het kasteel Boekhorst voerde. Hoewel het kasteel al in 1743 is afgebroken vormde de Heerlijkheid van de Hooge Boekhorst nog lang een eenheid. In 1858 koopt de rechtsgeleerde en letterkundige Gerardus Martini het heerlijkheidrecht en de onroerende goederen. Voor de ruim 205 hectare grond en enkele gebouwen betaalt hij het ronde bedrag van 40.000 gulden.
Elf jaar later overlijdt hij maar in die betrekkelijk korte tijd heeft hij bijzondere sporen nagelaten in ons dorp want hij maakte werk van zijn Boekhorst bezit. Aan de Haarlemmer Trekvaart laat hij boerderij Duin en Dal bouwen bij de ingang van een weg die vanaf deze vaart naar de Herenweg voerde. Op de Boekhorsterberg wordt een jachthuis voor Martini gebouwd. En aan de Herenweg worden in twee nieuwe duinhoeves de personeelsleden Jacob Duivenvoorden en zijn zwager Leendert van Dijk gehuisves. Jacob is jachtopziener, Leendert bewerkt de landerijen van Martini. Het huis van Leendert raakt later bekend als het huisje van duinwachter Van Iperen.
Dat Gerard Martini het goed voor had met ons dorp blijkt uit de schenking van bijna drie hectare grond in het dorpscentrum. Een waardevol cadeau voor het gemeentebestuur. Dit oude stuk binnenduin lag tussen de Dorpsstraat, Havenstraat en Koninginneweg. Voorwaarde bij de schenking is dat de gemeente een schoolgebouw met onderwijzerswoning zal bouwen en de rest van de grond inricht tot schooltuin. Die school komt er inderdaad, de openbare lagere school, later tuinbouwschool. Nu vinden we hier het Marktplein.
Gerard Martini wordt ook eigenaar van boerderij het Mossenest en hij benoemt pachter Pieter van der Klaauw tot zijn zaakwaarnemer. Bij afwezigheid is Pieter aanspreekpunt voor jachtopziener Duivenvoorden, de arbeiders Van Dijk en Van Stijn en het gemeentebestuur. Pieter is dan ook betrokken bij de uitvoering van de laatste wil van Gerard Martini, die zijn dood vermoedelijk aan zag komen want hij past een eerder testament aan. Die aanpassingen laten zien dat hij een bijzonder mens was want zijn imposante bezit laat hij bijna geheel na aan een stichting die een oudedagsvoorziening voor Amsterdamse mannen regelt.
Bijzondere bepaling is de reservering van 7000 gulden uit de nalatenschap voor de katholieke armen van Noordwijkerhout en 1500 voor de hervormde armen. Bedragen die in verhouding staan tot het aantal katholieken en hervormden binnen het dorp. Echter uit het potje van de katholieken dient wekelijks een bedrag van vijf gulden betaald te worden aan het echtpaar Leendert van Dijk en Maria Duivenvoorden en dat zolang zij leven. Bovendien mogen zij nog vijf jaar gratis blijven wonen in hun huisje aan de Herenweg. De achtergrond van deze schenking is helaas onbekend, maar gul was dit gebaar zeker want de twee echtelieden waren ten tijde van het overlijden van Martini nog geen 45 jaar oud. En een beetje rekenwerk maakt duidelijk dat het potje van 7000 gulden ruimschoots is opgegaan aan deze levenslange uitkering want Leendert werd maar liefst 92 jaar.
Pieter van der Klaauw breekt bij de executeuren van het testament ook een lans voor jachtopziener Duivenvoorden en arbeider Van Stijn, zij krijgen een cadeau van respectievelijk 15 en 12 gulden. Pieter schrijft hierover in een brief aan de executeuren van het testament het volgende: “Naamens G. van Stijn en zijn vrouw hartelijk dank voor de twaalf gulden die ik naamens de heere bragt (mocht brengen) zodraa ik uw brief geleeze had, omdat ik wel wist dat er groote behoefte was (bij het gezin). Trane van vreugde en dankbaarhijt vloede uit de ooge van ouders en kindere”. Van Gerard Martini bestaat een schilderij met zijn Boekhorstwapen in de bovenhoek.