Onder de adellijke families die in de 17e eeuw in onze regio woonden speelden drie generaties Van Sijpesteijn uit Hillegom een opvallende rol. Zowel positief als negatief. Enerzijds lijken de heren Van Sijpesteijn geboren ruziezoekers die het geweld niet schuwden, anderzijds waren het heren met initiatief en daadkracht. We beperken ons tot Cornelis Ascanius, de middelste generatie. Hij leeft van 1638 tot 1673 en komt ondanks dat korte leven prominent voor in archieven.
Na een studie rechten in Leiden en Orleans bouwt hij aan een maatschappelijke carrière. Maar zijn activiteiten als eigenaar van percelen grond in Hillegom en Noordwijkerhout zijn voor ons interessanter. De kansen die de aanleg van de Trekvaart in 1657 met zich mee brachten had zijn vader Cornelis al vroeg op waarde geschat. Hij verwerft in 1653 boerderij Harmenstein aan de Delfweg en wist toen mogelijk al dat dichtbij pleisterplaats Halfweg aan de Trekvaart gebouwd zou gaan worden.
De families Six, Cousebant, Van der Laen en Sijpesteijn zagen in die tijd deelname aan het bestuur als een verantwoordelijkheid die hun status met zich mee bracht. Maar daarmee had men ook zicht en greep op toekomstige voordeeltjes. Tot boerderij Harmenstein behoort maar zeven hectare aan weilanden. Vader en zoon Van Sijpesteijn breiden dat flink uit. Rond 1662 bouwt Cornelis Ascanius aan de Trekvaart naast onze Hoogeveense poldermolen een tweede hofstede, Veenhuizen. Daarmee bezit de familie rond Halfweg behoorlijk wat onroerend goed.
Tegelijk met de aanleg van de Trekvaart vindt een tweede grote infrastructurele ontwikkeling plaats, de vorming van de Hoogeveense en Noordzijder polder. Dit moet Cornelis Ascanius van Sijpesteijn geïnspireerd hebben om ook het gebied ten noorden van de Delfweg tot polder om te vormen. Het bestaande molentje dat al zo’n 100 jaar water afvoerde op de Hillegommer Beek was weinig effectief, de benodigde polderstructuur ontbrak. Met andere grondeigenaren doet Cornelis een voorstel aan het Hoogheemraadschap Rijnland maar men ondervindt zoveel tegenstand van Zilker boeren dat het plan ingetrokken wordt. De boeren waren niet zozeer onwillig maar waren bang dat het probleem van de regelmatig terugkerende wateroverlast in het gebied verlegd zou worden, tot hun nadeel.
Van Sijpesteijn trekt zijn conclusies en dient een eigen voorstel in voor aanleg van een poldertje met molen rond zijn boerderij Harmenstein. De bouw van de molen kost hem 600 gulden. Aanvankelijk verzet slaat om in participatie en de polder wordt uitgebreid. Het initiatief van Cornelis staat daarmee aan de basis van de Zilker Polder. Maar zijn plannen werden niet altijd gewaardeerd want zijn naam is ook verbonden aan een conflict met de eigenaren van boerderij Breeland, de Haarlemse familie Cousebant.
In 1659 bezitten beide families grote percelen grond aan weerszijden van de Trekvaart. Van Sijpesteijn wil die vaart gebruiken voor het afvoeren van zand uit zijn Hillegommer duinen. Hij heeft echter geen eigen toegang tot de vaart en besluit die toegang dan maar te graven door het land van Frans Cousebant. Met als argument dat het geen land van Cousebant zou zijn. Maar Frans plaatst een paal in de sloot om de zandschuiten tegen te houden, waarna het conflict escaleert. Uiteindelijk valt bij de laatste schermutseling zelfs een schot.
De ruzie tussen beide families zal nog veertig jaar aanhouden. Naast een inkijkje in deze burenruzie danken we aan dit conflict de mooiste kaart uit de Noordwijkerhoutse archieven. Want enkele maanden na het pistoolschot besluit Frans Cousebant al zijn bezit te laten opmeten en op kaart vast te leggen. De kaart van de hofstede Breeland met haar landerijen aan de Zilkerbinnenweg is een juweeltje met leuke details, zoals de ingetekende schuilkerk bij de Kalkovenbrug die mogelijk door de katholieke familie Cousebant is opgezet. En energieke Cornelis Ascanius van Sijpesteijn? Hij stierf voortijdig, gedood tijdens rellen na het beruchte Rampjaar 1672.