Bakkersdochter Marijtje van Eeden en haar Franse soldaat 1812
In het vooronderzoek voor het stamboomboek Van Eeden van Bert Hogervorst kwam een opmerkelijk document tevoorschijn. Het gaat om een Franse notarisakte die opgenomen is in de nalatenschapspapieren van het echtpaar Jan van Eeden en Sijmentje van Leeuwen. Zij stierven kort na elkaar in 1835 en lieten een aantrekkelijk bezit na voor hun vier ervende kinderen, waaronder hun oudste dochter Marijtje die getrouwd blijkt met een Franse douanier.
Jan van Eeden was oorspronkelijk schipper en marktkoopman maar na de dood van zijn schoonouders neemt hij met Sijmentje in 1804 hun bakkerij aan de Dorpsstraat over en vestigt daarin ook een winkeltje. Het handelsbloed blijft in Jans aderen kriebelen want hij investeert in de jaren erna in de aan- en verkoop van onroerend goed. En het echtpaar profiteert kort voor hun dood van nagelaten Noordwijks bezit. Uit de eigen nalatenschap blijkt dat het bakkersechtpaar maar liefst 18 hectare aan weilanden bezit in de omgeving, wat het de vraag opwerpt of Jan misschien liever boer dan bakker was. Maar meerdere inkomstenbronnen waren in het verleden heel normaal.
Er valt dus in 1835 aardig wat te verdelen voor Marijtje, Pieter de Oudste, Pieter de Jongste en Maria, alle vier getrouwd. Maar waar we in voorgaande eeuwen vooral bekende familienamen als huwelijkspartner zien, men trouwde meestal met iemand binnen een straal van een paar kilometer, zien we hier een Franse snoeshaan opduiken als echtgenoot. Een zekere Pierre Ambroise Emanuel Maniez, douanier in Zeurange, een plaatsje in noord-oost Frankrijk, tegen de grens van Duitsland en Luxemburg. Hij vertegenwoordigt zijn echtgenote Marijtje van Eeden bij de verdeling van de nalatenschap. Maar hoe kwam bakkersdochter Marijtje aan haar Franse geliefde?
Zo’n vraag intrigeert en bij het zoeken naar een antwoord heb je geluk nodig, want een huwelijk van Marijtje en Pierre is niet te vinden in de huwelijksregisters uit de regio. Marijtje is op 7 juli 1795 in Noordwijkerhout gedoopt, kort na de vorming van de Bataafse republiek. Die Republiek ging in 1806 als Koninkrijk Holland op in het Franse keizerrijk, met de broer van Napoleon als koning. Dat doet vermoeden dat Franse Pierre en Marijtje elkaar hebben leren kennen ten tijde van dat Koninkrijk Holland. Maar aangezien de aanwezigheid van troepen in 1813 ophield lijkt Marijtje wel erg jong om al voor hun vertrek door een Franse Amor geschaakt te zijn.
Een bijzonder document uit het Noordwijkerhouts archief biedt in dit geval de oplossing. Informatie over de Franse aanwezigheid in onze regio is zeldzaam en namen van Franse soldaten zijn nauwelijks te vinden. In een korte correspondentie tussen de burgemeester van Noordwijkerhout en een Franse administratief “directeur” over vergoeding van de kosten van het verblijf van Franse douaniers duikt de naam van luitenant Maniez op. De Fransen stationeerden de keizerlijke douane vanaf 1810 in het land om met name de smokkelarij in verboden Engelse producten tegen te gaan. Pierre Maniez is commandant van een brigade die kort in het dorp onderdak heeft gehad vanaf eind 1811, de oudste datum binnen de genoemde correspondentie. De precieze verblijfsduur is onduidelijk en valt ook niet af te leiden uit de vergoeding die burgmeester Koudijs in april 1813 ontvangt, 380 franse frank (zie boven dit verhaal).
Belangrijk feit is dat Marijtje van Eeden pas in juli van 1812 jaar haar 17e verjaardag vierde. Zij was dus nog piepjong toen deze bakkersdochter als een blok gevallen moet zijn voor haar stoere Franse douanier is zijn groene uniform met steekmuts. En misschien ook nog wel voor zijn rang van luitenant waarbij hij toch enigszins verheven was boven het voet- en ruitervolk.
Uit Hillegomse archieven weten we dat daar een vergelijkbare liefde opbloeide met een douanier in de hoofdrol, die ook nog eens heel toevallig bijna dezelfde achternaam droeg, Manier. Deze Charles Manier trouwde een Ariaantje Rietmeijer en kreeg met haar in 1812 een kind.
Marijtje en Pierre Maniez zijn vermoedelijk in Frankrijk getrouwd, waar zij in het dorp Zeurange zijn gaan wonen. Pierre behoudt zijn beroep als douanier. Beiden leven nog in 1835, het jaar van de nalatenschap van Jan van Eeden. We kennen helaas geen verdere gegevens van hen, en krijgen daarmee ook geen antwoord op de vraag of zij kinderen gehad hebben. En of een eerste kind misschien voortgekomen is uit de prille liefdesrelatie in Noordwijkerhout, waarop een zwangere Marijtje wellicht het ouderlijk huis is ontvlucht. Misschien gaan we dat nog eens vinden….
Zeurange in noord-oost Frankrijk blijkt een bijzonder klein plaatsje dat ook nog enige tijd Duits gebied is geweest onder de naam Zeringen.