Mocht u in de verhalen op deze website een rode draad ontdekt hebben in de vorm van een voorliefde van uw onderzoeker voor recalcitrante mensen en ploeteraars die zich door het leven knokken, dan valt dat niet te ontkennen. Familieonderzoek wordt pas leuk als je een voorouder tegenkomt die zijn kop continu boven het maaiveld uitsteekt, waarna deze deskundig wordt afgehakt door zijn tijdgenoten, terecht of onterecht. In veel families kom je zo’n figuur tegen, maar je moet daarbij enige mazzel hebben bij het speuren in archieven. In de familie Heemskerk zijn dat mannen als Leendert Corneliszoon (1731-1780) en zijn voorvader Feijnte Pieterszoon (circa 1549-1624), die oorspronkelijk uit Enkhuizen kwam. Die Enkhuizer kant van de familie is elders op deze site uitgewerkt maar we gaan daar hier nog een oudere stamvader aan toevoegen.
Veel Noordwijkerhouters dragen de familienaam Heemskerk of hebben wel een voorouder met die naam aan een tak in de stamboom hangen. Grotendeels stammen zij af van Hendrick Mattheuszoon Heemskerk uit Heemstede die rond 1638 naar Noordwijkerhout verhuisde, de geboorteplaats van Neeltje Swil , met wie hij toen al enkele jaren getrouwd was. De opa van Hendrick is genoemde Feijnte Pieterszoon, die in Enkhuizen geboren is maar in 1583 naar Heemstede is verhuisd. (Zie het verhaal verborgen verleden). Over hem is veel archiefmateriaal beschikbaar, simpelweg omdat de goede man een nogal intensief leven leidde. Daar komt af en toe zelfs nog wat informatie bij uit nieuw aangeboorde bronnen. Zo wisten we al dat Feijnte bij de Maartenskerk van Hillegom begraven is en lidmaat van deze gereformeerde kerk was, al woonde hij zelf in Heemstede. Daar kunnen we aan toevoegen dat hij zelfs tot het kerk-of dorpsbestuur behoord heeft want de Leidse Classis vermeldt in haar boeken dat Feijnte als “gezworene” met een ouderling van de kerk een zekere Egbertus Verhoefium voordraagt als predikant voor Hillegom. En we weten nu ook dat Feijnte die op de grens van Heemstede en Berkenrode woonde, gedurende vele jaren de negen hectare duinakker van het Vogelenveld in De Zilk pachtte.
Deze “knuffelvoorouder” Feijnte , die alleen op zijn grafsteen wordt vermeld met de achternaam Rijchout, is een zoon van een Pieter Feijnteszoon, die rond 1515 in Enkhuizen geboren is. Het bestaan van die stamvader is bewezen, maar voor nog oudere voorvaders ontbreekt hard bewijs. Niettemin vind je namen bij menige stamboomonderzoeker en in dit geval worden relaties gelegd met migranten uit Vlaanderen, een edelman uit de Picardie en zelfs Friese koningen. Dat “bewijs” is flinterdun of gewoon afgeleid van een toevallig overeenkomende naam of patroniem. En omdat iedereen alles van iedereen kopieert gaan die “vondsten” een eigen bestaan op internet leiden.
Maar hier kunnen we gedocumenteerd een nieuwe stamvader aanvoeren, Feintie (Feinte/Fentie) Ricout (Richout) die hoogstwaarschijnlijk voor 1525 gestorven is in Enkhuizen maar nog in de 15e eeuw geboren is, voor 1490. Daarmee heeft de Noordwijkerhoutse Heemskerkfamilie nu drie stamlijnen met familiewortels in die 15 e eeuw. En dat is bijzonder zal elke stamboomonderzoeker u vertellen. Naast de Noordwijkerhoutse schout Pouwel Claeszoon en zijn Sassenheimse collega Willem Willemszoon, beiden in of rond 1468 geboren, kunnen we daar nu dus Feintie Ricout aan toevoegen. Zijn naam is bij Enkhuizer onderzoekers bekend maar bewijs voor zijn relatie tot kleinzoon Feijnte Pieterszoon ontbrak. Dat bewijs is te vinden in documenten die zo’n 125 jaar na zijn dood zijn opgemaakt.
Edel Feijntesdochter is een achterkleindochter van genoemde Feintie Ric(h)out. Zij is mogelijk nog in Enkhuizen geboren als dochter van Feijnte Pieterszoon en Immetje Hendricksdochter van Doben (ook Karreman genoemd). Vanaf 1583 woonde zij met haar ouders in Heemstede. Edel is vernoemd naar haar oma Edel Segersdochter. Zij is naar schatting tussen 1600 en 1610 getrouwd maar is in 1622 al weduwe van haar man Jan Janszoon Huijshouwer. Van dit echtpaar zijn vier kinderen bekend: Jan, Hendrick, Grietje en Louris. Deze kinderen worden op latere leeftijd niet met het patroniem “Janszoon of Jansdochter” vermeld maar met Edel of Edels als toevoeging. Vermoedelijk is dat ontstaan omdat hun vader al zo vroeg overleden is en hun omgeving hen niet anders kenden dan als de kinderen van Edel Feijntesdochter.
Edel woonde vele jaren in de Vogelenzang. Maar in 1653 wordt zij genoemd in een akte als inwoner van Enkhuizen. Dat gegeven sluit aan bij de vondst van een proces bij het Hof van Holland dat kort daarvoor gevoerd werd, rond 1650. Edel claimt een uitkering uit een Enkhuizer fonds dat namens haar overgrootvader Feintie Ricout is gevormd in 1524. Via een testamentaire dispositie (afstandsverklaring) heeft Feintie bepaald dat na zijn dood enkele percelen van zijn land overgedragen moeten worden aan de Armenmeesters van Enkhuizen die het rendement op deze percelen moeten gebruiken voor de uitkering aan de “armsten onder zijn bloedverwanten of naaste vrunden”. Het gaat om twee percelen “grietland” in het Westfriese dorp Hem, samen 5 morgen of ruim 4 hectare groot. En daarnaast nog eens tweehonderd roeden land in Enkhuizen.
Dergelijke fondsen waren niet ongewoon en zijn vergelijkbaar met de vicarie die in de katholieke kerk gebruikelijk was. Na de Reformatie en het verbod op de katholieke eredienst werden deze vaak omgezet in onderwijsfondsen. De vader van Edel, Feijnte Pieterszoon heeft over zo’n vicarie nog stevige rechtszaken moeten voeren, dus het fenomeen was binnen zijn gezin ongetwijfeld bekend. Edel Feijntesdochter die ruim voor haar 40e haar man verloor was zal het in de meer dan 30 jaren als weduwe niet gemakkelijk gehad hebben. Dat blijkt ook wel uit enkele flinke leningen die zij afsloot en die bij haar dood maar gedeeltelijk zijn terugbetaald. Zij moet het fonds van haar overgrootvader gekend hebben en dat zou wel eens de reden geweest kunnen zijn dat zij naar Enkhuizen is verhuisd. Zij had daar nog familie wonen en het is goed mogelijk dat het fonds de voorwaarde kende dat men in de plaats of stad zelf moest wonen. De Armenmeesters kenden daarbuiten immers geen bevoegdheden en waren buiten de stad ook niet verantwoordelijk voor armlastigen.
In Enkhuizen woont in die periode nog een zekere Anna Jansdochter die ook aanspraak maakt op het fonds. Bij het gerecht van Enkhuizen heeft Anna bewijzen neergelegd voor haar bloedverwantschap met de stichter van het fonds, Feintie Ricout. Edel heeft die claim blijkbaar met succes aangevochten waarop Anna zich wendt tot het Hof van Holland om een besluit van de schepenen van Enkhuizen aan te vechten. De zaak komt twaalf jaar opnieuw op de rol van het Hof te staan, dit keer met de
erfgenamen van Anna en Edel als strijdende partijen. Voor familieonderzoek ligt de waarde van dit proces zit niet zozeer in de uitslag wie nu wel of niet de uitkering mocht ontvangen maar in de vermelding van namen en jaartallen. Anna Jansdochter was mogelijk getrouwd met een Jan Maertenszoon, zij heeft twee dochters: Seuntie en Dieuwtje, de laatste zou in 1623 geboren kunnen zijn. Dat het fonds in 1524 gevormd is na de dood van hun voorouder Feintie Ricout en de bloedverwantschap van Edel Feijntesdochter 125 jaar na dato besproken wordt geeft ons de zekerheid over deze Feintie Ricout als Enkhuizer stamvader van de familie Heemskerk.
De Enkhuizer wortels van de Noordwijkerhoutse Heemskerken worden zo weer wat duidelijker. En net als bij de oudste Bollenstreektak van deze familie vinden we onder de Enkhuizenaren prominente familieleden die rollen als schepen, schout, secretaris of burgemeester van Enkhuizen vervulden. Waaronder Seger Pieterszoon Coninck, de oom van genoemde Edel Feijntesdochter aan vaderszijde. Deze Seger trouwde met Hillegonde Teding van Berkhout. Dankzij de verdiensten van de familie van Hillegonde, met name tijdens de opstand tegen de Spanjaarden in het begin van de 80-jarige oorlog verwierf deze familie belangrijke posities en ook het nodige vermogen.
Een nazaat is Pieter Tedingh van Berkhout, hij heeft dus net als de familie Heemskerk Westfriese voorouders. De opa van de Noordwijkerhoutse boer Hendrick Matheuszoon Heemskerk was een zwager van Hillegonde Tedingh van Berkhout, die een zus was van de opa van Pieter Tedingh van Berkhout. Deze Pieter bouwde aan het Westeinde in Noordwijkerhout een oude boerenlocatie om tot het buitenhuis Hofwijk en verbleef regelmatig in het dorp. Dat was in hetzelfde dorp waarin Hendrick Heemskerk en zijn kinderen op boerderijen als Ter Lugt, Landzicht en de Hooge Boekhorst woonden. En daarmee is het op zichzelf een leuke gedachte dat de “bon-vivant” Pieter Tedingh van Berkhout en Hendrick Heemskerks gezin elkaars Westfriese herkomst mogelijk gekend hebben. Al was er een wereld van verschil tussen het leven van deze zeer rijke levensgenieter en het dagelijkse boerenbestaan van de Heemskerken.
Enkhuizer stamlijn familie Heemskerk, beknopt
Generatie 1. Feintie Ricout, geboren voor 1490, overleden Enkhuizen, waarschijnlijk voor 1625 Trouwt: n.n. Kinderen: Pieter en Reijnier (schout van Enkhuizen) |
Generatie 2. Pieter Feijnteszoon Geboren Enkhuizen circa 1515; overleden 15-7-1558 Enkhuizen. Trouwt Enkhuizen 1545 – 1550 : Edel Segers (Coninck), geboren 1515-1525; overleden 8-1-1576 |
Generatie 3. Kinderen Pieter en Edel, willekeurige volgorde 3.1. Dirck Pieterszoon Tjallis, hij trouwt Trijn Cornelisdochter 3.2. Seger Pieterszoon Coninck, hij trouwt Hillegonda Tedingh van Berkhout 3.3. Grietje Pietersdochter; zij trouwt Walich Pieterszoon 3.4. Geertje Pietersdochter; zij trouwt Pieter Janszoon Swaeroogh 3.5. Feijnte Pieterszoon (toenaam Rijchout; komt alleen voor op zijn graf en bij familieleden) Geboren Enkhuizen tussen juli 1548 en februari 1549. Overleden tussen februari 1621 en augustus 1624 in Heemstede. Begraven in Hillegom. Trouwt Enkhuizen 1570-1572: Immetje Hendrick Outgersdochter (Van Doben of Karreman) Geboren ca 1550 in Enkhuizen. Overleden Heemstede 4 september 1611. Begraven in Hillegom. |
Generatie 4. Kinderen Feijnte Pieterszoon en Immetje Hendrick Outgersdochter. 4.1.Wendelmoet Feijntesdochter Geboren Enkhuizen circa 1572, overleden 1646 Noordwijkerhout Trouwt circa 1595 in Heemstede: Mattheus Corsz Heemskerk. 4.2. Pieter Feijnteszoon 4.3. Edel Feijntesdochter, aanvraagster van steun uit het fonds van haar overgrootvader Feintie Ricout 4.4. Dieuwer Feijntesdochter 4.5. Heijltje Feijntesdochter |